Hanneke de Graaf is directeur a.i. van het Anser prostaatnetwerk. Zij is ervan overtuigd dat eenduidig, eenmalig registreren voor hergebruik leidt tot betere zorg voor patiënten met prostaatkanker.
De zorg voor patiënten met prostaatkanker verbeteren, dat is de drijfveer van de acht ziekenhuizen die deel uitmaken van het Anser prostaatnetwerk. “De kracht van onze samenwerking is dat elke patiënt op één dag door een multidisciplinair team gezien en besproken wordt”, zegt Hanneke de Graaf. “Nieuwe patiënten hebben ’s ochtends een consult bij de uroloog, de radiotherapeut, de internist-oncoloog en vaak ook een oncologisch verpleegkundige. ‘s Middags wordt hij besproken in het multidisciplinair overleg (mdo) waar het behandeltype wordt vastgesteld: operatie of radiotherapie of een andere behandeling. Daarna heeft de patiënt nog een keer een gesprek met zowel de radiotherapeut als de uroloog zodat hij echt een afgewogen besluit kan maken.”
Specialismen zijn dedicated
“Anders dan bij sommige andere netwerken vindt de hele diagnostiek in het eigen ziekenhuis plaats. Alleen de interventie is elders”, zegt De Graaf. “De operaties zijn bijvoorbeeld gecentraliseerd in de Anser operatiekliniek in het Maasstad ziekenhuis. De kliniek is van het netwerk, dat is elementair.”
Alle prostaatcentra houden hetzelfde zorgpad aan en moeten aan een aantal criteria voldoen. Zo moeten alle specialismen dedicated zijn: de patholoog, de radioloog, de uroloog, de oncologisch verpleegkundige. De Graaf: “Dat dedicated zijn is heel belangrijk want prostaatkanker kan op diverse manieren behandeld worden. Het is dan van groot belang dat bijvoorbeeld de patholoog de biopten juist interpreteert qua ziekteclassificatie. Dus de grootte van de tumor (T), of er wel of geen uitbreiding is naar regionale lymfeklieren (N) en of er wel of niet sprake is van metastasen (M).”
Gegevens panklaar aanleveren
Een goede samenwerking is één, maar hoe zorg je ervoor dat je al die gegevens goed overdraagt aan de operateurs van de kliniek? “We hebben van alles meegemaakt: gegevens werden zelfs op papier per post of per cd verstuurd, tot dat niet meer mocht. Maar hoe moesten we dan beelden met elkaar delen? Via een viewer kostte het drie kwartier om één beeld over te sturen, dat was rampzalig”, lacht De Graaf. Handmatig overnemen van gegevens is absoluut geen optie: “We willen dat gegevens panklaar aangeleverd worden, we gaan geen dingen dubbel doen. Je moet je voorstellen dat we per patiënt zo’n 1.000 gegevens verzamelen voor de continuïteit van onze zorg en voor wetenschappelijk onderzoek. Dat zijn verschrikkelijk veel data, die wil je echt niet handmatig verzamelen en overtypen.”
Stappen naar eenheid van taal
“En toen verscheen daar Registratie aan de bron, als een geschenk uit de hemel”, aldus De Graaf. “Via onze CMIO Jan Jaap Visser, die Anser als use case inbracht, kwamen we in contact met het programma. Het was zo duidelijk dat we dit nodig hadden! Onder leiding van Registratie aan de bron hebben we als netwerk stappen gezet naar eenheid van taal en eenduidig registreren voor hergebruik. Want dat is zo noodzakelijk voor goede patiëntenzorg en voor wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe behandelingen. Het vergt echter wel wat van de specialisten. Die moeten niet meer in vrije tekst vastleggen, want die kun je niet een op een uitwisselen. Dat is een van de dingen waar we de komende tijd onze focus op zullen leggen.”