Functioneel ontwerp

Wat moet er gebeuren?

Gebruikmaken van het functioneel ontwerp waarin de (spoed)melding van de huisarts of de huisartsenpost (HAP) naar de meldkamer staat gespecificeerd en de meerwaarde van deze (spoed)melding is bepaald.

Wie zijn er nodig?

  • Informatiemanager ambulancevoorziening (waarin de meldkamer is ondergebracht), informatiemanager HAP. Een huisarts vervult deze rol vaak zelf.  
  • Huisarts, HAP-waarnemend huisarts, HAP-triagist, verpleegkundig meldkamer centralist.
  • Functioneel beheerder ambulancevoorziening, functioneel beheer HAP.
  • Informatie-architect ambulancevoorziening, informatie-architect HAP.
  • ICT-leverancier huisartsenpraktijk, ICT-leverancier HAP, ICT-leverancier ambulancevoorziening.

In de meeste huisartsenpraktijken is geen of beperkte ICT-ondersteuning. De rollen zoals hierboven benoemd zijn vaak slechts gedeeltelijk of niet aanwezig. Vaak helpen externe partijen met de uitvoering van de ICT-ondersteuning. Belangrijk is het dan om als huisartsenpraktijk voorafgaand aan de implementatie van de berichten de juiste expertise te betrekken. Huisartsenpraktijken kunnen hierin gezamenlijk optrekken.

Wat zijn de belangrijkste to-do's?

  • Bepalen in hoeverre de usecases in het functioneel ontwerp aansluiten op de beschreven processen, richtlijnen en werkafspraken bij alle betrokken zorgaanbieders.
  • In kaart brengen welke functies binnen iedere zorgaanbieder betrekking hebben op de bedrijfsrollen zoals genoemd in het functioneel ontwerp.

Meer weten?

Het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Acute Zorg bevat de beschrijvingen en de opbouw van de usecases van de informatiestandaard Acute Zorg. Elke usecase bevat de beschrijving van het stukje zorgproces waarbinnen een bericht wordt verstuurd tussen twee zorgaanbieders. Normaliter is er voor elk bericht een usecase uitgewerkt.

Omdat bericht 1 en 21 qua opzet precies hetzelfde zijn, is in het functioneel ontwerp voor beide berichten maar één usecase opgesteld:

In elke usecase zijn de betrokken informatiesystemen als systeemrollen beschreven, samen met de transacties tussen deze informatiesystemen en de bedrijfsrollen. De gebruikers van de betrokken informatiesystemen vervullen de bedrijfsrollen.

In de usecase voor de (spoed)melding van huisarts of de HAP naar de meldkamer zijn het Huisarts Informatiesysteem (HIS) en het HAP informatiesysteem (HAPIS) het versturend systeem. Het Meldkamer Informatiesysteem (MKAIS) is het ontvangend systeem.

De usecase beschrijft het soort transactie van het bericht. In de usecase voor de (spoed)melding van de huisarts of de HAP naar de meldkamer stuurt de huisarts, HAP-waarnemend huisarts of de HAP-triagist via het HIS of HAPIS een bericht met de gegevens van de spoedmelding naar de meldkamer. Dit bericht wordt door het MKAIS ontvangen, verwerkt en getoond, zodat de verpleegkundig meldkamer centralist hierop verdere acties kan ondernemen. In het thema Dataset wordt in detail de opzet en inhoud van deze transacties uitgelegd.

Om de usecase te verduidelijken wordt gebruikgemaakt van een patient journey; zie ook het gelijknamige thema binnen de interoperabiliteitslaag Zorgproces.

Berichten 1 en 21

Andere lagen