Patient journey

Op zaterdag belt een zeer verontruste vader dat zijn zoon Phillip van 10 jaar een gat onder zijn knie heeft. Bij een hockeywedstrijd heeft Phillip een hockeystick tegen zijn been gekregen. De wond is open en het bloedt. De verpleegkundig meldkamer centralist ziet een blanco voorgeschiedenis in de opgevraagde samenvatting van de huisarts en hoort bij navraag geen alarmsignalen. De verpleegkundig meldkamer centralist neemt contact op met de dichtstbijzijnde huisartsenpost (HAP) en geeft het advies om naar deze HAP te gaan. De verpleegkundig meldkamer centralist stuurt de (bericht 4) rapportage naar de huisarts en stuurt de verwijzing naar de HAP.

Het kunnen versturen van de rapportage verleende zorg naar de huisarts draagt bij aan het kunnen leveren van de juiste zorg. De huisarts is door dit bericht volledig op de hoogte van de spoedsituatie en de verleende zorg.

Op de meldkamer komt het bericht binnen dat een mevrouw van 22 jaar, Pascalle,  in het winkelcentrum gevallen is. Ze trilt, heeft hoofdpijn, is vermoeid en voelt zich duizelig.

Wanneer de uitgerukte ambulance ter plekke aankomt, wordt Pascalle onderzocht en worden naam, postcode, huisnummer en geboortedatum gevraagd. De ambulancezorgprofessional (of eventueel de verpleegkundig meldkamer centralist) haalt via het Landelijk Schakelpunt (LSP) de professionele samenvatting op uit het dossier van Pascalle bij haar huisarts en ziet dat ze diabetes type 1 heeft en welke medicatie ze heeft.

Na behandeling door de ambulancezorgprofessional knapt Pascalle snel op. Het blijkt dat ze het afgelopen half jaar niet meer bij haar huisarts op controle is geweest. De ambulancezorgprofessional geeft haar het advies om voor controle naar haar huisarts te gaan. Vanuit het Ambulance Informatiesysteem (AMBIS) wordt aan de huisarts van de patiënt een elektronisch bericht verzonden met de (bericht 13) rapportage over tijdstip, patiëntgegevens en een beschrijving van het voorval. De huisarts kan hier vervolgens actief beleid op voeren. Pascalle maakt een afspraak met haar huisarts.

Het kunnen versturen van de rapportage verleende zorg naar de huisarts draagt bij aan het kunnen leveren van de juiste zorg. De huisarts is door dit bericht volledig op de hoogte van de spoedsituatie en de verleende zorg.

Patiënt Pedro van 72 jaar, wordt door zijn dochter naar de SEH gebracht in verband met toenemende benauwdheidklachten. Ze hebben van te voren geen contact gehad met de huisarts. Pedro wordt ingeschreven en de SEH-verpleegkundige kent vervolgens na triage categorie 2 toe (hoog-risicosituatie). Een andere, minder zieke patiënt wordt gevraagd weer even in de wachtkamer plaats te nemen, waardoor binnen tien minuten Pedro gezien wordt door een SEH-arts of SEH-verpleegkundige.

Intussen wordt de professionele samenvatting spoedeisende hulp opgehaald uit het dossier van de huisarts. Uit deze informatie blijkt dat Pedro zich al enkele dagen niet lekker voelt met hoesten en koorts, wat gisteren leidde tot het voorschrijven van een antibioticum.

Gegevens over de voorgeschiedenis, actueel medicatiegebruik en bekende allergieën worden verwerkt in het elektronisch dossier van de SEH. Op basis van de reeds voorgeschreven antibiotica en de bekende allergie voor penicilline wordt een adequaat antibioticum intraveneus gegeven en wordt Pedro opgenomen op de afdeling longziekten. SEH-arts Simone schrijft een (bericht 14) rapportage aan de huisarts.

Het kunnen versturen van de rapportage verleende zorg naar de huisarts draagt bij aan het kunnen leveren van de juiste zorg. De huisarts is door dit bericht volledig op de hoogte van de spoedsituatie en de verleende zorg.